1. De vrijstelling is beperkt tot de hoeveelheden zaaigoed, meststoffen of andere producten die nodig zijn voor de exploitatie van de landerijen.
De vrijstelling wordt slechts verleend voor zaaigoed, meststoffen of andere producten die rechtstreeks door de landbouwproducent of voor diens rekening in de Gemeenschap worden binnengebracht.
2. De lidstaat van invoer kan aan de vrijstelling de voorwaarde van wederkerigheid verbinden.